Op grond van de interviews met deelnemers aan het project van Kleur in ’t Werk, op grond van de literatuurstudie, de resultaten van de serie voorlichtingsbijeenkomsten en de gesprekken met medewerkers van de samenwerkende organisaties, zijn een aantal conclusies en aanbevelingen te destilleren.
Ten aanzien van de drie belangrijke doelen van het project welke zijn geformuleerd zijn in de aanvraag kunnen we de volgende conclusies trekken:
Doelstelling I: Verbeteren gezinscommunicatie en indirect voorkomen probleemgedrag
Verwachting 1: Van de groep die de bijeenkomsten heeft gevolgd werd verwacht dat voor 50% van de deelnemers de gezinssituatie wordt verbeterd. -
Op grond van ons onderzoek zegt 100% van de deelnemers dat hun situatie is verbeterd na het volgen van de cursus, 68% is het hiermee volledig eens en 32% is het hiermee eens.
Verwachting 2: Van de groep die vervolgtrajecten heeft gevolg zal 80% verbetering hebben bemerkt
Van de groep die hulp heeft ontvangen zegt 100% geen baat te hebben gehad aan deze hulp. 72% van de ondervraagden vond dat de hulp niet aansloot.
Als men de deelnemers dan vraagt naar wat er moet veranderen zegt:
35.50% de gebezigde taal
100% rekening houden met de Marokkaanse cultuur
100% rekening houden met het geloof
Verwachting 3: In 60% van de gevallen zal probleemgedrag worden gereduceerd door de gevolgde trajecten.
De deelnemers aan het traject van Kleur in ’t Werk zeggen op de vraag of de veranderingen een positieve invloed hebben op het leven van de deelnemer:
8% zegt dat er sprake is van een 30% positieve verandering
27% van een 40% positieve verandering
13% van een 50% positieve verandering
13% van een 60% positieve verandering
20% van een 70% positieve verandering
Doelstelling II Mentaliteitsverandering zo’n de deelnemers ten aanzien van opvoedingsondersteuning
Verwachting 1: Van de 200 deelnemers aan het project wordt verwacht dat 70% een positievere attitude hebben ten aanzien van opvoedingsondersteuning.
- Op grond van ons onderzoek zegt 14 % nu eerder naar een opvoedbureau te stappen dan voorheen. 71% zegt nee.
- Op de vraag of de ondervraagden eerder gespecificeerde hulp zouden zoeken zegt:
52% Nee.
Verwachting 2: Van de moskeebezoekers zal 30% een positievere attitude hebben ten aanzien van opvoedingsondersteuning en meer bereid zijn hulp te aanvaarden.
Binnen ons onderzoek is op grond van de geringe getallen geen onderscheid gemaakt tussen moskeebezoekers en niet-moskeebezoekers.
De resultaten zijn gemeten door de deelnemers een vragenlijst voor te leggen naar hun bereidheid om hulp te aanvaarden.
Doelstelling III: Verbetering dienstverlening deelnemende instanties aan de Marokkaanse doelgroep
Verwachting : - Er wordt verwacht dat 80% van de deelnemende instanties en minimaal 4 belangrijke uitvoerders zoals Bureau Jeugdzorg, opvoedwinkels, Spirit en Triple P zal achteraf beter de Marokkaanse doelgroep kunnen bereiken en bedienen.
- Op grond van ons onderzoek hebben de deelnemende instellingen, te weten OKC Jan Tooropstraat, Westerpark, Geuzenveld, geen onderscheidende toename kunnen constateren in de aanmeldingen.
- Kleur in ’t Werk geeft aan dat er op grond van de eigen cijfers in ieder geval 15 zich hebben aangemeld voor vervolgtrajecten , waarvan slechts 8 personen een traject hebben gedaan.
- Het aantal begeleide personen betrof de meest schrijnende gevallen. Er is bij Kleur in ’t Werk niet bekend hoeveel mensen er buiten deze begeleidde groep om ook hulp hebben gezocht bij de bureaus. Een schatting van de coördinator op grond van haar gesprekken met deelnemers verwacht zij dat een 70 tal mensen van plan waren verdere hulp te zoeken en wellicht de helft dit ook heeft gedaan.
Opmerkingen ten aanzien van de overige factoren die van invloed zijn op het project
De organisatie was voldoende uitgerust als het gaat om:
- kwaliteiten binnen de organisatie (functies, opleiding en ervaring van medewerkers)
- interne structuren benodigd voor een efficiënte projectorganisatie
Er waren onvoldoende middelen beschikbaar om alle doelen goed uit te voeren.
Dit is gedeeltelijk opgelost door:
- minder uren te schrijven van uitgevoerd
- geen reistijden te berekenen en geen voorbereidingstijden
- lagere tarieven te berekenen dan begroot
- geen uren meer te declareren boven de begroting
- geen uren meer te registreren
Het project werd hierdoor sterk afhankelijk van de initiatiefnemers en minder gemakkelijk overdraagbaar bij ziekte en uitval.
Dat zorgde op zich weer voor vertraging en uitstel bij langdurige ziekte van de projectleider.
Er is veel tijd gestoken in een campagne om Nederlandse instellingen die een doorverwijsfunctie konden hebben te betrekken bij het project, zonder dat dit onderscheidende resultaten heeft opgeleverd. Een deel van tijdsinvestering is ten koste gegaan van het onderhouden van de contacten met de samenwerkingspartners. Deze zijn minder benut dan voorgenomen.